Ergens eind jaren ’80 van de vorige eeuw bezocht ik, samen met mijn moeder, in een klein dorpje in Wallonië de plaatselijke rommelmarkt. Het was er een gezellige drukte en je kon er werkelijk koopjes doen. Op zeker moment zei ik al lachende tegen mijn moeder dat wij thuis toch wel betere rommel liggen hadden en ik ook wel eens op zo een markt wilde gaan staan om wat overtollige spullen te verkopen. Het bleef hierbij.
Een klein halfjaar later vertelden onze ouders bij de koffie dat ze al een dagje ouder werden en besloten hadden om kleiner te gaan wonen. Dit kwam niet geheel onverwacht. Ze waren inmiddels al aan het rondkijken gegaan en hadden hun oog op een leuk klein appartementje op het gelijkvloers laten vallen. De koopakte werd vlot onderschreven en hun woning was binnen de kortste keren verkocht. Heel wat huishoudelijke spulletjes die moeder niet meer naar haar nieuwe woning mee zocht te nemen zette ze aan de kant. Mijn woorden van de zomer voordien in gedachte namen wij alle overtollige huisraad mee. De dagen nadien werd alles nagekeken op stukjes af of barstjes en met een klein etiketje kreeg ieder stuk een leuk prijsje. Alles werd dan netjes in lege bananendozen ingepakt en aan de kant gezet. Het jaar nadien stond ik ook op die leuke rommelmarkt en had er een goede verkoop gehad. Vrienden en kennissen waren op de hoogte en kwamen me op de markt verrassen met een bezoekje. Ze merkten dat ik veel plezier had en vroegen of ze ook hun spulletjes die ze niet meer gebruikten mochten brengen. Zo kon ik mij enkele jaren, die ene dag van het jaar, uitleven op de rommelmarkt. Mijn schat hielp mij telkens met alles binnengebrachte huisraad te controleren en waar een hoekje af was of een barstje in gooide hij in een grote plastieken emmer. Regelmatig gaf hij dan een tikje met de hamer zodat er wat meer in de emmer ging. Wanneer hij dan naar het recyclagepark ging nam hij de volle emmer mee om die daar te ledigen.
Op een mooie zaterdag kwam hij weer op het recyclagepark en bracht eerst papier en glas waar het hoorde om dan naar de container te gaan waar hij zijn emmer kon omgieten. Daar was een oudere heer die ook naar dezelfde container als mijn man ging. Hij kreeg die emmer met kapot geklopte borden en tassen in het oog en keek even naar mijn schat. Ach meneer zei mijn man serieus, dat is het gevolg als je eens goed ruzie maakt met je vrouw . De arme man was helemaal van slag.
De parkwachters hadden gezien dat mijn man aan de praat was geweest en wisten niet goed wat te denken van de oudere heer.
Mijn schat heeft hun toen het hele gebeuren verteld en de parkwachters hebben eens smakelijk gelachen. Zij kennen immers mijn schat en weten dat hij de liefste mens is die ik ooit had kunnen ontmoeten.
Enkele weken na het gebeuren moet die oudere heer nog eens op het recyclagepark geweest zijn en toen hebben de parkwachters ook hem het verhaal gedaan. Hij herinnerde zich mijn schat en zijn grote emmer met kapotte huisraad nog wel en kon er toen gelukkig ook eens hartelijk mee lachen.
Groetjes van de bomma.