Vaak heb ik ergens samen gezeten en naar de verhalen van mensen op leeftijd geluisterd. Hoe het hun doorheen hun leven is vergaan. Ik vond het telkens weer een hele ervaring om deelgenoot te mogen worden van hetgeen het leven hun had toebedeeld. Zelf ben ik nu ook in de periode van niet meer piep genoemd te worden. Ondertussen ook moeder en grootmoeder overdenk in wat me tot nu is toebedeeld. Geboren als oudste in een gezin met twee kinderen kreeg ik steeds de volle laag. Ik was immers de oudste en had bij afwezigheid van een uitwerkende moeder en een vader die er buiten zijn werk nog allerlei hobby’s op nahield, de verantwoordelijkheid voor mijn drie jaar jongere broer. Reeds van jongs af aan wist broerlief moeder rond zijn vinger te draaien. Zo zag zij niet welke deugnieterij hij uitstak. Vaak heb ik mij afgevraagd of zij het niet wilde zien. Hij kreeg alle vrijheid terwijl ik zeer kort gehouden werd Zelfs toen ik reeds geruime tijd een gelukkig huwelijk had met mijn huidige wederhelft werd ik nog langs alle kanten gecontroleerd. Ik vergeet nooit de ruzies tussen mijn ouders waarbij moeder alles stuk gooide wat ze in haar handen kreeg. Het werd op een kerstperiode zo erg dat ze alle bollen uit haar kerstboom stuk gooide. Nadien vond ze het zo sneu dat ze geen deftige kerstboom had, dus maakte ze van zilverpapier allemaal bollen waar ze een haakje aan bevestigde.
Vader is altijd een beetje een verwend kind gebleven. Hij was een fervent biljarter en durfde het uur al eens uit het oog verliezen met als gevolg dat hij, naar haar zin te laat thuis kwam. De biljartstok moest er dan aan geloven want moeder had een ongekende kracht. Ze brak hem gewoon over haar knie. Enkele dagen later reisden ze samen met de trein naar Brussel om….een nieuwe keu te gaan kopen. Pa kon op zondag weer naar het biljartlokaal.
De enige fijne momenten uit mijn kindertijd was toen pa voor zijn baas met de vrachtwagen naar de ene of andere fabriek moest om bouwmaterialen te halen. Dan mochten wij al eens mee in zijn camion. Dat was telkens een hele belevenis want we hadden geen auto en gingen ook niet op reis. De eerste auto kwam er pas toen ik reeds een tiener was en op internaat zat. Dan zijn we een drietal jaren na elkaar op vakantie geweest aan onze kust. Dat waren de enige leuke herinneringen voor mij.
Op mijn zeventiende ging ik van school want ik was de ellende thuis beu en ik wilde een ander, beter leven. Het heeft me meer dan tien jaar gekost om in te zien hoe vele mensen in elkaar staken. Het is een hoofdstuk in mijn toen nog jonge leven dat ik liefst zo diep mogelijk achter slot en grendel wegstop om er nooit meer hoeven over te denken. Op zekere dag wenkte de liefde met een grote letter L. Toen is mijn leven voor mij gestart. De zon kwam door een heel dik wolkendek gekropen en heeft mij geleerd wat het is wanneer iemand oprecht om je geeft. Ik kreeg kansen waar ik nooit had van durven dromen. Heb die ook zoveel mogelijk benut. Het leven was de moeite van het ontdekken waard. Ik bloeide helemaal open. We zaten vol toekomstdromen en plannen. Tot op zekere dag het bij een operatie helemaal fout liep. Reeds vijftien jaar is het geleden. Ik werd zwaar invalide, daarboven chronisch pijnpatiënt en voor heel wat dingen afhankelijk van anderen. Tot op heden is er geen verandering in mijn gezondheidstoestand en dat zal waarschijnlijk voor het leven zo zijn.
Wat een zonnige, zorgeloze toekomst zou worden veranderde in een onzeker bestaan waarin we nu van dag tot dag leven. Twee jaar na mijn invaliditeit hebben wij onze oudste kleinzoon in huis genomen. Mijn schat was ondertussen ontslagen op zijn werk en had alle zorg voor mij op zich genomen. Onze enige dochter zag net in die periode, de zorg voor twee kindjes met een rugzakje niet meer zitten en verbrande alle schepen achter zich om alleen een nieuw leven te beginnen. Haar oudste zoon hebben wij in huis genomen en de jongste werd permanent in een instelling geplaatst waar hij omringd word met de beste zorgen. Het rugzakje van onze oudste kleinzoon begint hem parten te spelen om een job te vinden. Hij heeft de school zonder diploma verlaten en hij wil niet aannemen dat met dat papiertje gemakkelijker deuren open gaan om werk te vinden. Hij beloofde dat hij vorige maandag in het volwassenenonderwijs zou stappen en wanneer het zo ver was vertelde hij doodleuk dat hij geen diploma nodig had om aan de slag te geraken. Ik word er hier zo stilaan wanhopig van en dan komt er maar één vraag. Wat gaat er van hem worden als wij er niet meer zijn om voor hem te zorgen. Die discussie telkens weer opnieuw helpen mij naar een serieuze depressie maar er is niemand die het ziet. Er is geen enkel mens die weet wat er in mijn binnenste echt omgaat. Niemand die weet hoe ik mij hierbij voel. Wij hadden een goede toekomst voor hem in het verschiet maar het zal ook hier van dag tot dag afwachten worden.
Dan denk ik vaak aan volgende woorden:
Het leven is een strijd en wij het langst leeft is een oudstrijder.
Groetjes van de bomma.